FAAR opent het festival op 10 maart 2023 met drie denkers, die zich een weekend lang ‘Verrekijker’ mogen noemen: Binu Singh, Elisabeth Lucie Baeten en Arnon Grunberg stellen hun blik scherp op de maatschappelijke horizon en brengen voor het voetlicht wat ze zien.
In aanloop naar het festival sprak curator Lies Poignie alvast met Elisabeth Lucie Baeten over waar zij van wakker ligt als ze nadenkt over morgen.
In de grond ben ik een bezorgde mens die schrijft. Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid en weet dat taal mijn wapen is.
Schrijver en scenarist Elisabeth Lucie Baeten is van vele markten thuis. Als millennial, moeder en meesterlijk humorist zet ze haar scherpe pen en hilarische humor in om bespreekbaar te maken wat haar verontwaardigt, of wat chronisch onderbelicht is. “Mijn boosheid komt vanuit oprecht verdriet: hoe kan het nu dat we hier nog voor aan ’t vechten zijn? Er zijn blijkbaar veel mensen die zo ongelooflijk hard met zichzelf bezig zijn, dat ze niet zien hoe gemakkelijk het is om de pijn van iemand anders te doen stoppen.”
Taal, verhalen, scenario’s… Tekst lijkt de rode draad doorheen veel van je activiteiten. Was dit altijd zo?
Ik was zo’n irritante 8-jarige die de hele tijd optredens gaf in de slaapkamer. Ik wist heel vroeg wat ik wilde gaan doen, sla er de vriendenboekjes maar op na: ‘actrice, zangeres, schrijver, bekend’ (lacht). Ik ging Taal- en Letterkunde studeren door een supergepassioneerde leerkracht in het vijfde middelbaar en besliste daarna, na wat omzwervingen, om aan de slag te gaan als scenarist, columnist, schrijver…
Hoe belangrijk is humor voor jou? Die lijkt erin te sluipen in héél veel van wat je doet…
Dat vind ik moeilijk te pinpointen, dat komt heel naturel. Misschien was ik als kind al grappig, dat weet ik niet. Ik ben de jongste van een gezin van 4, het nakomertje, dus ik ben eerder eenzaam opgegroeid… Pas tijdens en na mijn studies is het besef gekomen dat grappig zijn een ding is. Instagram is daarin een heel directe graadmeter. Ook daar ben ik helemaal mezelf, trouwens. En toch merk ik dat ik, nu ik een dikke 25.000 volgers heb, me er soms van bewust word dat een hele grote groep mensen meekijkt.
Hoe en wat lees jij zelf? Welke boeken slingeren rond in je huis?
Er ligt een enorme stapel ongelezen New Yorkers in ons toilet. Ik lees graag longreads online, vooral als ik eigenlijk zou moeten werken (lacht). Daarnaast vind ik boeken herlezen, bijvoorbeeld Pride and Prejudice, heel comforting. Ik hou van verhalen van vrouwelijke auteurs, verhalen over vrouwen… Wat men vroeger chicklit noemde. (Windt zich op.) Wie heeft dat trouwens ooit beslist!? Dat Hemingway, Conrad, en arrogante macholiteratuur de standaard zijn? In mijn opleiding kregen we alleen mannenboeken voorgeschoteld. Ik haatte dat, al wist ik toen zelf nog niet waarom.
Ik hou van verhalen van vrouwelijke auteurs, verhalen over vrouwen… Wat men vroeger chicklit noemde. Wie heeft dat trouwens ooit beslist!?
Je brief aan Crevits, over de wantoestand in de kinderopvang, deed veel stof opwaaien. Daar koos je resoluut voor het ‘wapen’ van de taal.
Dat was een bewuste keuze. Mijn gesprek met onze kinderbegeleidster maalde dagen door mijn hoofd en buik. Ik weet dan dat de taal mijn sterkste wapen is en dat dat de manier is waarop ik eventueel iets kan bereiken. Als ik mijn kwaadheid kanaliseer en in woorden omzet, in Knack, of op Instagram, krijg ik vaak reacties van herkenning.
Waarin schuilt volgens jou de kracht van humor?
Sowieso: mensen doen lachen, dat is vandaag niet evident. Lachen verrijkt het leven. Zelfs al zit ik momenteel in de donkerste periode van mijn leven door mijn gezondheidstoestand en veel fysieke pijn, ik verlies me zo graag in een slappe lach. Humor brengt een zekere lichtheid, ook al gaat het vaak niet over lichte onderwerpen… Ik lach met TikTok, met films, met mijn man Vincent. Humor is natuurlijk ook een handige manier om over dingen te praten die anders misschien te zwaar of zelfs te zagerig zouden klinken.
Humor is voor mij zo vanzelfsprekend, het is aanwezig in élk element van mijn leven. Ik ben opgegroeid met sitcoms. Ik weet dat er veel concurrentie is, maar ik ben sowieso de grootste Friends-fan (toont tatto met de gekleurde bolletjes van het Friends-logo): onze vennootschap heet Smelly Cat en met een van m’n vriendinnen praat ik uitsluitend in Friends-quotes. Ik heb daar ook als scenarist veel uit geleerd: er zitten héél slimme dialogen in comedyreeksen.
Hoe gebruik je zelf humor? Er schemert een grote zelfrelativering door in alles wat je brengt.
Zeker! Ik observeer de hele tijd. Ik zie hoe onnozel wij millennials allemaal zijn. Ik schrijf het liefst over wat ik het beste ken.Ik lach met de alledaagse dingen van mezelf die ik onnozel vind – omdat ze tegelijk zo universeel zijn.
Tegelijkertijd kaart je ook heel expliciet dingen aan via je humor. Ik kreeg bijvoorbeeld de slappe lach bij de filmpjes die je een paar jaar geleden maakte, waarin je kinderboeken voorleest. Onderschatten we kinderen?
(hilariteit) Dikke Dik! Dat zijn geen verhalen, dat zijn gewoon willekeurige woorden! En dat creepy verhaaltje van Muis: die kip komt gewoon bij haar in bad zitten! Dan denk ik: is dit het dan, de bestseller-reeks? Ik lach daarmee, maar er gaat ook een professionele ergernis achter schuil. Het frustreert me oprecht als ik slechte boeken zie: sprookjesboeken in een slechte vertaling, bijvoorbeeld, die enkel over wachtende prinsesjes gaan… Daarop heb ik met En ze leefden nog een antwoord proberen geven.
Je durft ook de politieke toer op te gaan: schepenen van cultuur en partijvoorzitters moeten eraan geloven…
Er gebeuren toch vaak dingen in de politiek waarvan ik denk: hoe kan het eigenlijk dat we dit blijven pikken? Die politiek, wat een klucht. Toen Crevits me, naar aanleiding van mijn brief, uitnodigde om in gesprek te gaan, heb ik vriendelijk bedankt. Wat maakt zo’n gesprek uit? Idem met Nabilla Ait Daoud. Doe gewoon wat er van een degelijk politicus verwacht wordt, in plaats van overal je boude uitspraken te verspreiden in kranten. (lacht) Ik ben niet minder boos geworden door mijn ziek zijn, precies…
In welke mate zou je jezelf een activist noemen?
In de grond ben ik gewoon een bezorgde mens die schrijft. Ik spreek heel hard vanuit het gevoel. Ik denk wel dat er een zeker activisme in mij schuilt: ik kan geen onrecht zien en dat negeren. Dat is mijn core, al altijd. Maar ik ben niet de persoon die gaat betogen – ik weet wat mijn wapen is. In de eerste plaats probeer ik mijn eigen verdriet en verontwaardiging te uiten. En hopelijk heeft dat effect op grotere schaal…
Je lijkt vaak te zoeken naar de taboes, de zaken die we liever verzwijgen, moeilijke thema’s, pijn,… Vanwaar je voorliefde voor het onderbelichte?
Sowieso ben ik als persoon heel begaan met dingen of mensen die er voor mij heel hard toe doen, maar die niet de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Thema’s als Zwarte Piet, of de kinderopvang bijvoorbeeld, roepen een enorm verdriet en grote boosheid bij me op, omdat ik oprécht niet snap wat het probleem is. Twee jaar geleden al, schreef ik de column De allerlaatste Zwarte Piet-discussie. De kinderopvang: hoe kun je nu niét zien dat het voor iedereen extreem belangrijk is dat je daarin investeert? Dat krijg je toch niet uitgelegd. Dat frustreert me. Die boosheid is echt, die is niet oppervlakkig. En ze komt voort uit verdriet: hoe kan het nu dat we daar nog voor aan ’t vechten zijn?
Daarbij komt nog een heel eenzaam gevoel, dat ik bij mezelf en anderen vaststel. Wat je moest doen, was nog nooit zo véél, en we hebben er tegelijkertijd nog nooit zo alleen voor gestaan als nu. Dat merk je natuurlijk extra snel als je zelf ziek bent of uitvalt. Misschien heeft dit zelfs met corona te maken, die periode heeft ons toch een stuk verder van elkaar gebracht. Er wordt nog zo weinig over gepraat! Hoe raar was dat… “We hebben elkaar twee jaar niet gezien, maar alles is goed nu.” Really?
Als vrouw vind ik het wel belangrijk om een ally te zijn voor niet-vrouwen die ook in een positie zitten waarin ze benadeeld worden, gewoon door wie ze zijn.
Zijn dat de dingen die je ’s nachts wakker houden?
Elke nacht van de week lig ik van iets anders wakker. Waar zijn we op wereldvlak mee bezig? Er is zo weinig aandacht, geld en respect voor alles dat niet de zogezegde standaard is. Er wordt zoveel haat aangewakkerd tegenover wie niet wit, hetero, rijk en man is. Zeker als je kijkt naar Amerika: abortusban, een shooting in een LGBTQI-club, extreem racisme. Het lijkt alsof maar één type mens het recht heeft om echt mens te zijn. Ook hier geldt dat, jammer genoeg. Ik heb bijvoorbeeld zelf al jaren fysieke pijn, maar door nu een ingreep te ondergaan, ben ik plots “patiënt”. Onmiddellijk voel ik dat mijn aanwezigheid precies iets ambetants is geworden. Zelfs mijn apothekeres en sommige vrienden spreken anders tegen mij.
O wee als je niet in dat minihokje van de normaliteit past, door je huidskleur of je geaardheid, of door het feit dat je een vrouw bent, of een vrouw die geen baby wil… Tegenover al die dingen bestaat superveel haat en er wordt ook op basis daarvan geageerd, zeker in Amerika. Hoe kan het eigenlijk nog dat diezelfde dudes nog altijd de macht in handen hebben? Hoe kan dat? Het zogezegde summum van de mens is zo’n klein groepje mensen, dàt is de minderheid. Wij, de zogezegde minderheden, zijn eigenlijk de meerderheid.
Het komt eigenlijk altijd hierop neer: er zijn zoveel mensen die weirdly niet als een volledige mens gezien worden. Dat is nochtans zo basic: we zijn allemaal mensen. Zo’n cliché Bond-Zonder-Naam-shit, maar dat ís het wel. Asielzoekers die nachten in de kou liggen: ik vind dat letterlijk ongelooflijk. Ik begrijp dat niet.
Het thema ‘vrouw zijn’ keert vaak terug in wat je schrijft en zegt…
Als vrouw is het sowieso ànders. Heel veel dingen zijn gewoon niet ingesteld op vrouwen. In de medische wereld bijvoorbeeld: je kunt als vrouw écht lang met iets rondlopen en te horen krijgen ‘dat het er gewoon bij hoort’… Dat is wat ik nu dus meemaak. Véél te laat blijkt dan dat het toch iets ernstigs was. Die artsen kunnen er niet eens aan doen, want alles wat ze gestudeerd hebben, is gebaseerd op het lichaam van een witte man van 40.
Als vrouw vind ik het wel belangrijk om een ally te zijn voor niet-vrouwen die ook in een positie zitten waarin ze benadeeld worden, gewoon door wie ze zijn. Ik weet natuurlijk als vrouw hoe het is, dus van daaruit kan ik het sterkst spreken. Ik maak vaak dingen mee waarvan ik weet dat ze me niet overkomen zouden zijn als ik een man was. Het komt eigenlijk altijd hierop neer: er zijn zoveel mensen die weirdly niet als een volledige mens gezien worden. Dat is nochtans zo basic: we zijn allemaal mensen. Zo’n cliché Bond-Zonder-Naam-shit, maar dat ís het wel. Asielzoekers die nachten in de kou liggen: ik vind dat letterlijk ongelooflijk. Ik begrijp dat niet.
Aan drie kritische, geëngageerde ‘Verrekijkers’, Binu Singh, Arnon Grunberg en jou, vraagt FAAR om hun blik scherp te stellen op een deeltje van de maatschappelijke horizon. Is dit, wat je net benoemt, waarover je het wilt je het hebben op FAAR?
Als ik historica was, zou ik iets schrijven rond de gedachte: ‘Wat als we nu eens opnieuw begonnen? We veranderen helemaal aan het begin van de beschaving een pààr kleine dingen, waardoor racisme en seksisme niet bestaan…’ Maar ik wil natuurlijk geen expertise veinzen die ik niet heb. Ik vind het moeilijk, want er is zoveel waarover ik het zou willen hebben. Ik laat het nog wat rijpen…
Waaruit haal jij vandaag hoop?
Misschien lijkt het niet zo, maar ik ben een irritante optimist. Wat me hoop geeft. Dat er veel mensen van zich laten horen en dat er al een stuk meer inclusie is dan een paar jaar geleden. En op persoonlijk vlak: mijn kinderen, wandelen in het Rivierenhof. Ik ben zo iemand geworden die blij wordt van de natuur (lacht).
Welk non-fictie boek was voor jou de grootste eyeopener?
Een audioboek: I’m Glad My Mom Died, van Jennette McCurdy, een kindsterretje in Hollywood dat opgroeide met een verschrikkelijke moeder die alleen maar wilde dat ze dun en bekend was. Een straf geschreven verhaal. Sowieso lees ik graag fictie en autobiografische boeken, vaak van vrouwen. Bossypants van Tina Fey, een scenariste die gewoon verhalen over haar eigen leven schrijft, vond ik zeer grappig en inspirerend.
Kom naar de openingsavond op 10 maart 2023 en ontmoet de Verrekijkers van FAAR: Binu Singh, Elisabeth Lucie Baeten en Arnon Grunberg.