Zeevonken zijn boeken die je denken veranderen. Boeken die een totaal nieuw licht werpen of een compleet origineel perspectief schetsen. Boeken die zelfs impact kunnen hebben op je gedrag. Zeevonken lees je op eigen risico!
Ik hoefde niet lang na te denken over hét boek dat mijn denken grondig heeft beïnvloed. Voor mij is dat absoluut ‘Pour une naissance sans violence’ van Frédérick Leboyer. Het verscheen al in 1974, maar sommige oude boeken blijken echte blijvertjes… De Nederlandstalige versie kreeg de titel ‘Geboren worden zonder pijn’.
Waarom vormde het voor jou zo’n grote eye-opener?
Leboyer was een gynaecoloog die op een totaal nieuwe manier schreef over een zachte geboorte. Hij verplaatste zich in het perspectief van het kind, wat op dat moment voor mij een heel diepe eye-opener vormde. Hij stelde de vraag hoe het zou voelen voor een kindje om geboren te worden en schreef er in bijzonder poëtische taal over. De sprekende foto’s, die hij trouwens zelf maakte, zetten zijn boodschap extra kracht bij.
Hoe kwam het boek op je pad?
In die tijd - dat is vandaag nog amper voor te stellen - moest je nog letterlijk op een boek botsen. Ik fietste als adolescent elke week naar de bibliotheek, waar ik vijf boeken ontleende die ik maar net op mijn bagagedrager gebonden kreeg, om de week erna alweer nieuwe boeken te halen… Ik was een gretige lezer. Daarnaast snuisterde ik ook erg graag rond in de Fnac, en het is daar dat ik dit boek tegenkwam. Toen al was ik erg bezig met de thema’s die me vandaag nog steeds sterk boeien: gezondheid, preventie en de vroege kindertijd. Ik droomde er op dat moment van om gynaecoloog worden. Tot dan toe was de geboortezorg er vooral op gericht om moeder en kind gezond door het proces van de geboorte te helpen, maar de emotionele en sociale aspecten van de geboorte waren nog een stuk minder belicht. Die perspectiefverandering sprak me sterk aan: ik wilde gynaecoloog worden om kindjes goed op de wereld te helpen komen. Toen wist ik nog niet dat ik kinderpsychiater zou worden, maar het stuk inleving in het kind, in de pijn van het kind van bij de geboorte, kwam heel sterk binnen bij mij.
Weet je, ik hou wel van pioniers… Leboyer was een gynaecoloog, een arts, een wetenschapper die tegelijkertijd ook naar India trok en yoga beoefende. Als adolescent was ik al sterk bezig met hoe ik Oost en West kon samenbrengen: je kunt je voorstellen dat iemand als hij mij erg prikkelde.
Op welke manier en in welke mate heeft het boek ook impact gehad op je gedrag?
Als ik vandaag zie waar ik mee bezig ben, kan ik zeggen dat het werk van Leboyer me sterk beïnvloed heeft. Er was natuurlijk bij mij al vruchtbare aarde aanwezig om zijn boodschap te ontvangen en te laten binnenkomen... Maar naar aanleiding van dat boek ben ik ook andere opleidingen gaan volgen en andere werken gaan lezen, richting pre- en perinatale psychologie. Al die vragen rond hoe ongeboren en heel jonge kinderen de dingen ervaren: het was nog grotendeels onontgonnen terrein op dat moment. Tot op vandaag is er weinig wetenschappelijke onderbouwing voor. Op neonatologie zien we nochtans dat te vroeg geboren baby’s echt al van alles ervaren, bijvoorbeeld als we ze een prikje moeten geven. Wel, dat zijn natuurlijk dezelfde kindjes als die 8 à 9-maand-oude foetussen die in de baarmoeder zitten: ook zij zijn dus echt al ervarende wezens. Ook al ontbreekt sluitend wetenschappelijk bewijs, wat ik op z’n minst mooi vind is dat, of je het nu gelooft of niet, deze manier van kijken uitnodigt om met het grootste respect met het jonge kind om te gaan. Dat is waar ik elke dag mee bezig ben.
Voor mij schuilt er een eenzaamheid in, een verlangen naar verbinding.
Heb je het boek ook al met anderen gedeeld?
Leboyer maakte, naast het boek, ook een zwart-witfilm met dezelfde bezielde boodschap, waarvan ik een fragment deelde in ‘Alleen Elvis blijft bestaan’. Maar ook helemaal vooraan in mijn eigen boek ‘Van hart tot hart’ verwijs ik naar zijn werk. Ik citeer daar deze passage: ‘Ils ont des yeux, mais ils ne voient pas. Ils ont des oreilles, mais ils n’écoutent pas’. Voor mij schuilt er een eenzaamheid in, een verlangen naar verbinding. Een roep om écht te kijken en te luisteren, ook naar het jonge kind dat we zelf ooit waren. Ook in mijn opleidingen aan professionals laat ik stukken uit de film zien en toon ik de foto’s in het boek. Ik geef mijn cursisten de opdracht om zich tijdens het kijken zo goed mogelijk in te leven in wat de handen van Leboyer vertellen aan de baby. Dat is het prachtige aan zijn werk: de sprekende beelden helpen om echt in de huid van de baby te kruipen. Voor de deelnemers aan mijn opleidingen is dit een bijzonder krachtige oefening: ik wil hen uitnodigen om na te denken over wat dat pasgeboren kindje nodig heeft. Deze perspectiefverandering is héél cruciaal om een dieper begrip van die noden aan te wakkeren.