Met David Van Reybrouck, Anne-Goaitske Breteler en Souad Abihi.
Hoe bepalend is het taboe op mentaal welzijn op het aantal suïcides in een gemeenschap? Welke impact heeft het onbespreekbare van mentale worstelingen op wie suïcide overweegt?
Eén ding staat vast, de torenhoge suïcidecijfers in onze samenleving vragen om een zorgzame kijk naar de mensen achter die cijfers. Hoe kunnen we er in een samenleving in slagen om beter voor elkaar te zorgen? Om elkaar te dragen? Om de ellenlange wachtlijsten in de (geestelijke) gezondheidszorg met gezamenlijke inspanningen weg te werken? En om te praten, praten, praten. Of nee. Te luisteren, luisteren, luisteren.
We gaan het gesprek aan met drie mensen die elk vanuit hun eigen expertise hun licht schijnen op de stille doder in onze samenleving. David Van Reybrouck greep een aantal jaar geleden het grote herdenkingsoffensief van WOI aan, om zichtbaar te maken hoe ingrijpend suïcide ingrijpt op het samenleven in West-Vlaanderen vandaag, en hoe ontzettend hoog het aantal jonge mannen dat vandaag het leven laat aan suïcide, even afschrikwekkend hoog als zij die aan het oorlogsfont sneuvelden een eeuw eerder. David schreef ook een stuk, een ode in Door eigen hand, de heruitgave van het buitengewoon moedige boek van wijlen Joost Zwagerman. ‘Een oproep tot leven, ondanks alles. Joost toch.’ Ook Anne Goaitske Breteler, auteur van De laatste dagen van de dorpsgek, verwelkomen we aan tafel. Met een focus op Friesland, onderzocht ze hoe plattelanders eeuwenlang zijn omgegaan met geestelijke gezondheid. Hoe kan het dat er opmerkelijk veel suïcides op het platteland voorkomen? Waar ligt de grens tussen ‘krankzinnig’ gedrag of ‘net even anders’ zijn? Het panel wordt vervolledigd met Souad Abihi, experte in suïcidepreventie, zowel op de werkvloer als zorgkundige, als onderzoeker bij VLESP en als bezieler van Hshoema. Haar engagement leest als een oproep tot meer praten, tot meer verbinding, maar ook meer durf en actie op vlak van beleid. Laat ons met zijn allen in deze samenleving deze oproep ter harte nemen.